Er waren twee ondernemingen bij deze zaak betrokken, die door de Civiele Afdeling van de Seoul High Court werd behandeld. Deze ondernemingen blijven anoniem vanwege juridische overwegingen, maar gingen in oktober 2020 een overeenkomst aan waarbij Bedrijf A, een fintech-onderneming gespecialiseerd in cryptovaluta, een lening in Bitcoin uitgaf aan Bedrijf B.
Problemen met het terugbetalen van de lening
Volgens de overeenkomst zou Bedrijf B drie maanden lang 30 BTC lenen, waarbij het gedurende de eerste twee maanden 1,5 BTC en in de laatste maand 0,75 BTC als rente zou betalen. Er ontstonden echter problemen toen Bedrijf B er niet in slaagde om de lening correct terug te betalen. Als gevolg daarvan verlengde Bedrijf A de looptijd van de lening tot april 2021 en verhoogde het de rente tot 0,246 BTC per maand, wat overeenkomt met een jaarlijkse rente van 10%.
Bedrijf B voldeed opnieuw naar aan de verplichtingen, waarna bedrijf A een rechtszaak startte. In een verweer beweerde Bedrijf B dat Bedrijf A de ‘Wet op Rentebeperking’ en de ‘Wet op Kredietverlening’ had geschonden door een hogere rente te hanteren dan wettelijk was toegestaan. De rechtbank was het hier niet mee eens en zei dat de overeenkomst cryptovaluta betrof en geen geld, waardoor de genoemde wetten niet van toepassing waren.
Hooggerechtshof: “Bitcoin is geen geld”
Bedrijf B was niet tevreden met het vonnis en ging in beroep bij de Seoul High Court. Het Hooggerechtshof bekrachtigde de beslissing van de lagere rechtbank en oordeelde dat Bedrijf B de Bitcoin moest terugbetalen volgens de overeengekomen rente.
De rechter merkte op: “De wettelijke rente is alleen van toepassing als er een schending van de wet is. Maar in dit geval, omdat het contract betrekking heeft op Bitcoin en geen fiat geld, kan de overeengekomen rente van 10% niet als een overtreding worden beschouwd.”
Wat betekent deze uitspraak voor de toekomst van crypto?
Deze uitspraak komt op een belangrijk moment. Er is op dit moment veel te doen rond regulatie van crypto in Zuid-Korea. Deze beslissing laat zien hoe cryptovaluta juridisch behandeld kan worden ten opzichte van traditionele fiat valuta’s.
Bedrijf B heeft nog de mogelijkheid om het vonnis aan te vechten bij het Hooggerechtshof. Deze zaak, maar ook andere vergelijkbare zaken, zullen belangrijk zijn voor de verdere ontwikkeling van regulatie rond cryptocurrencies in Zuid-Korea, en hiermee ook voor de rest van de wereld.